Ik word onderzocht op baarmoederkanker

In het kort

  • Bij baarmoederkanker kunt u last hebben van bloed of bruin slijm uit uw vagina en bloed bij het plassen.  
  • De gynaecoloog onderzoekt u meestal met een echo in de vagina.
  • Ook worden wat cellen weggezogen en onderzocht.
  • Is duidelijk dat u baarmoederkanker heeft? Dan krijgt u meer onderzoek. 

Wat is baarmoederkanker?

Bij baarmoederkanker groeien er kankercellen in de baarmoeder.
Aan de binnenkant van de baarmoeder zit een laagje cellen: het slijmvlies. Hierin begint de kanker meestal.

De kanker kan verder groeien. Bijvoorbeeld in de spieren van de baarmoeder. Of naar andere organen, zoals de eierstokken, vagina, de blaas of de dikke darm.

Cellen van de kanker kunnen ergens anders in het lichaam komen, meestal in de lymfeklieren onder in de buik.
Heel soms komen de cellen in andere organen, zoals de longen of lever. Dit zijn uitzaaiingen.

Baarmoederkanker komt vooral voor bij vrouwen boven de 50 jaar.

Wat merk ik bij baarmoederkanker?

Als u al in de overgang bent geweest:

Als u nog niet in de overgang bent:

Waardoor ontstaat baarmoederkanker?

Artsen denken dat het hormoon oestrogeen te maken heeft met baarmoederkanker. Dit hormoon  maakt uw lichaam zelf. Het is belangrijk voor de vruchtbaarheid.

Als u langere tijd meer van dit hormoon in uw bloed heeft, dan heeft u waarschijnlijk een grotere kans op baarmoederkanker. Dit is bijvoorbeeld zo:

  • als u geen kinderen heeft gekregen
  • als u overgewicht heeft
  • als u lange tijd medicijnen heeft gebruikt waar het hormoon oestrogeen in zit (bijvoorbeeld tegen klachten door de overgang)
  • als u borstkanker heeft gehad en een aantal jaren het medicijn tamoxifen (heeft) gebruikt
  • als u  eierstokkanker heeft die het hormoon maakt

Baarmoederkanker kan ook komen door het Lynch-syndroom. Dit is een erfelijke ziekte die de kans groter maakt op darmkanker, eierstokkanker en baarmoederkanker. De kanker ontstaat vaak voordat iemand 50 jaar is.

Hoe gaat het onderzoek naar baarmoederkanker?

De gynaecoloog onderzoekt uw schaamlippen en de buitenkant van de vagina. Ook bekijkt deze arts de binnenkant van de vagina en de baarmoederhals. Daarvoor doet de arts voorzichtig een spreider  in uw vagina.
Ook kan de arts wat cellen uit het slijmvlies van uw baarmoederhals weghalen. De cellen worden onderzocht onder een microscoop. Dit heet een uitstrijkje.

De arts kan ook met of 1 of 2 vingers in de vagina voelen. Zo kan de arts onderzoeken hoe groot de organen onder in uw buik zijn en hoe ze liggen. Bijvoorbeeld de baarmoeder en de eierstokken.
Soms voelt de arts daarna nog met 1 vinger in het laatste stukje van de dikke darm (endeldarm). Daarvoor brengt hij een vinger in uw anus (poepgat).

Cellen opzuigen voor onderzoek

Hiervoor gebruikt de arts een dun buisje. Het buisje gaat via uw vagina en baarmoederhals naar de baarmoeder. Dan kan de arts met het buisje wat cellen opzuigen.
De cellen worden onderzocht onder een microscoop. Met de uitslag weten de arts en u meestal of u baarmoederkanker heeft of niet.

Kijkonderzoek in de baarmoeder

Soms is extra onderzoek nodig. Bijvoorbeeld als de arts na de echo niet zeker weet of u kanker heeft. Of als er cellen zijn gevonden die er anders uitzien.

De arts brengt een dunne buis via de vagina in uw baarmoeder. Aan de buis zit een camera. De arts kan op een beeldscherm zien of er kanker in uw baarmoeder zit.
Ook kan bij dit onderzoek een heel klein stukje van de baarmoeder worden weggehaald als de arts iets ziet dat er anders uitziet.

Echo

Soms krijgt u ook een echo. Dit is een onderzoek met geluidsgolven. Het echo-apparaatje is een soort staafje. De arts brengt dit met wat glijmiddel erop in uw vagina. Daarna kan de arts het slijmvlies van de baarmoeder, de wand van de baarmoeder en de eierstokken op een beeldscherm zien.

Hoe gaat het verder als ik baarmoederkanker heb?

Heeft de arts bij de onderzoeken kanker gevonden? Dan krijgt u soms nog meer onderzoeken. Bijvoorbeeld:

  • een bloedonderzoek
    Bij dit onderzoek wordt uw bloed onderzocht op een stofje (CA 125).
    Normale gezonde cellen maken dit stofje, dus alle vrouwen hebben het in hun bloed. Baarmoederkankercellen maken extra veel van het stofje aan.
    Dit bloedonderzoek laat zien of er een grotere kans is op uitzaaiingen.
  • een röntgenfoto van de longen
  • een röntgenfoto van de buik
  • een CT-scan
  • een MRI-scan
  • een onderzoek van de plasbuis en de blaas (cystoscopie)
    De arts brengt een dun buisje met een camera in de plasbuis en de blaas. Op een scherm kan de arts de binnenkant van de plasbuis en de blaas zien.

De onderzoeken laten zien hoe ver de kanker is gegroeid en of er uitzaaiingen zijn.

Stadia van baarmoederkanker

Bij baarmoederkanker zijn er 4 stadia:

Stadium 1

De kanker zit alleen in de baarmoeder.

Stadium 2

De kanker is verder gegroeid tot in de baarmoederhals.

Stadium 3

De kanker is verder gegroeid rond de baarmoeder, bijvoorbeeld naar de eierstokken, de eileiders of de lymfeklieren onderin de buik.

Stadium 4

De kanker is doorgegroeid of uitgezaaid naar andere organen, bijvoorbeeld de longen, de darmen, het buikvlies of de lever.

Ongeveer 75 van de 100 van de vrouwen hebben stadium 1 als baarmoederkanker ontdekt wordt.

Na de onderzoeken kan de arts u vertellen in welk stadium de ziekte bij u is.

Behandeling van baarmoederkanker

De arts vertelt u welke behandelingen er zijn:

U beslist samen met de arts welke behandeling het beste bij uw situatie past. Dat hangt bijvoorbeeld af van hoe uw gezondheid is en of u nog kinderen wilt.

Meer informatie over baarmoederkanker

  • Voor meer informatie kijkt u bij Stichting Olijf.
    U kunt er ook in contact komen met andere vrouwen die baarmoederkanker hebben of hebben gehad.
  • Of kijk op Kanker.nl.
  • Informatie voor vrouwen met kanker die nog kinderen willen: Freya.
  • Wat andere mensen vinden van een ziekenhuis of arts: Zorgkaart Nederland.

We hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor artsen over baarmoederkanker.


Laatst herzien op 2022-02-10.

Meer onderwerpen