Ik heb weer eierstok-kanker nadat ik behandeld ben

In het kort

  • Eierstok-kanker die is uitgezaaid, komt vaak terug. Meestal in de eerste 3 jaar na de behandeling.
  • De meeste vrouwen genezen niet als de eierstok-kanker terug is.
  • Je kijkt met je arts hoe je je zo lang mogelijk goed kunt voelen.
  • Samen bekijk je welke behandeling voor jou het beste is.
  • Je krijgt meestal chemotherapie. Of chemotherapie samen met andere medicijnen. Soms krijg je weer een operatie.

Waarom is de eierstok-kanker terug?

Eierstok-kanker kan terugkomen als niet alle kankercellen in je lichaam kapot zijn gegaan door de behandeling. Die kankercellen kunnen weer groeien. Meestal gebeurt dat in de eerste 3 jaar na de behandeling.

Bij 6 van de 10 vrouwen komt eierstok-kanker terug na hun behandeling. Dit gebeurt vooral bij vrouwen bij wie de eierstok-kanker al op andere plekken gegroeid was (uitzaaiingen). Bijvoorbeeld andere plekken in hun buik of buiten hun buik.

Hoe gaat de behandeling als eierstok-kanker terug is?

Meestal krijg je chemotherapie als eierstok-kanker terugkomt. Soms krijg je ook doelgerichte therapie.

Chemotherapie

Dit is een behandeling met medicijnen die de kankercellen overal in je lichaam kapot kunnen maken. Of de medicijnen zorgen ervoor dat de kankercellen minder groeien.

Doelgerichte therapie

Dit is een behandeling met medicijnen die ervoor kunnen zorgen dat kankercellen na chemotherapie niet weer gaan groeien. 

Andere behandelingen 

  • Soms kun je weer een operatie krijgen om de kanker zoveel mogelijk weg te halen.  
  • Je kunt bestraling krijgen als je veel pijn of andere klachten hebt door uitzaaiingen. Bijvoorbeeld bestraling op een bot waar de kanker zit.
  • Zit er veel vocht in je buik en heb je er last van? Het vocht kan met een naald uit je buik worden gehaald.

Wanneer behandelen

Je beslist samen met je arts of je een behandeling wilt of niet. En wat voor jou het beste moment is om met een behandeling te beginnen.
Als je nog geen klachten hebt, geeft je arts vaak het advies om te wachten met behandelen. Meteen beginnen met de behandeling heeft deze nadelen: 

  • Van een behandeling kun je ook klachten en bijwerkingen krijgen.
  • Je moet regelmatig naar het ziekenhuis voor de behandelingen. Ook dit kan zwaar zijn. 

Belangrijk om te weten: wachten of meteen beginnen met behandelen heeft geen invloed op hoe lang je leeft. Je leeft niet korter als je wacht met behandelen. Dat heeft onderzoek laten zien. Vrouwen uit dit onderzoek die meteen met de behandeling begonnen, hadden door de bijwerkingen een minder fijn leven.

Chemotherapie bij eierstok-kanker die terug is

Je arts vertelt welke chemotherapie het beste past bij jouw situatie. En hoeveel behandelingen je krijgt. 

Welke chemotherapie je krijgt, hangt bijvoorbeeld af van hoe lang geleden de laatste keer was dat je chemotherapie kreeg. Is de kanker binnen 6 maanden na de laatste chemotherapie terug? Dan heeft die soort chemotherapie niet goed gewerkt bij jou. 

Je krijgt de chemotherapie via een slangetje in een bloedvat in je arm (infuus). Je gaat hiervoor naar het ziekenhuis. 
Meestal krijg je de chemotherapie op 1 dag en dan 3 weken geen chemotherapie. Dan geef je je lichaam rust. 

Doelgerichte therapie bij eierstok-kanker die terug is

  • Doelgerichte therapie is een behandeling met medicijnen die ervoor zorgen dat kankercellen na chemotherapie niet weer gaan groeien.
  • Via je bloed kunnen de medicijnen bij kankercellen in je hele lichaam komen.
  • Je krijgt de medicijnen tegelijk met chemotherapie of erna. 

Je krijgt meestal 1 van deze 2 soorten medicijnen:

Bevacizumab

Dit medicijn kan ervoor zorgen dat er minder nieuwe bloedvaatjes in de kanker komen. Als er minder bloedvaatjes zijn, krijgt de kanker te weinig zuurstof en voedingsstoffen. De kanker kan dan minder goed groeien of kan stoppen met groeien. En kan ook kleiner worden.

Je kunt vaak al bevacizumab gebruiken als je met de chemotherapie begint. Na de chemotherapie kun je het medicijn blijven gebruiken om ervoor te zorgen dat de kanker niet of minder snel terugkomt. Je gebruikt het dan tot het niet meer werkt.

Je krijgt de medicijnen via een slangetje in een bloedvat (infuus). Daarvoor ga je naar het ziekenhuis.

PARP-remmers

Dit zijn medicijnen die ervoor kunnen zorgen dat kankercellen na chemotherapie minder goed groeien. De kanker wordt dan minder snel erger.

PARP-remmers doen niets met de gezonde cellen in je lichaam. Daardoor geven ze niet zoveel bijwerkingen.

Je kunt pillen met PARP-remmers gebruiken als deze 4 dingen bij jou zo zijn:

  • Je hebt nog niet eerder PARP-remmers gebruikt.
  • Je hebt eierstok-kanker waarbij een bepaalde soort chemotherapie goed werkt.
  • Je hebt 4 keer of vaker chemotherapie gehad.
  • De kanker is door de chemotherapie minder geworden.

Een operatie bij eierstok-kanker die terug is

Als eierstok-kanker terug is, word je meestal niet meer geopereerd.

Soms kun je wel een operatie krijgen. Bijvoorbeeld in deze situaties:

  • Je hebt meer dan 6 maanden geleden je laatste keer chemotherapie gekregen.
  • Een eerdere operatie is goed gelukt.
  • Er zit niet te veel vocht in je buik.
  • De arts denkt dat alle kanker die te zien is, weggehaald kan worden.
  • Je bent fit genoeg om geopereerd te worden.

Je kunt met je arts bespreken of een operatie bij jou kan. Samen bespreek je de voordelen en nadelen. Daarna kun je samen beslissen wat de beste behandeling voor jou is.

Met een naald vocht uit je buik halen bij eierstok-kanker

Als er veel vocht in je buik zit, kun je bijvoorbeeld deze klachten krijgen:

  • Je bent misselijk.
  • Je hebt het benauwd.
  • Je hebt het gevoel dat de huid van je buik strak zit.

Vocht weghalen

Je arts kan het vocht met een dunne naald uit je buik halen. Aan de naald zit een slangetje vast. Door de naald en het slangetje kan het vocht uit je buik lopen. Dit duurt meestal een paar uur. Soms krijg je eerst een echo om te zien waar de naald moet komen.

Als het vocht weg is uit je buik, worden je klachten meestal snel minder.

Als de kanker doorgroeit, kan het vocht steeds sneller terugkomen. Je arts moet het dan steeds vaker weghalen. Je kunt dan een slangetje in je buik krijgen dat blijft zitten. Dit heet een drain. Aan het slangetje zit een zak. De zak kun je thuis zelf legen. Iemand van de thuiszorg kan je hierbij helpen. Je hoeft dan niet steeds naar je arts om het vocht weg te halen. 

Hoe gaat het verder na een behandeling van eierstok-kanker die terug is?

Je krijgt controles in het ziekenhuis. Je vertelt hoe je je voelt en of je klachten hebt. De arts of verpleegkundige stelt je vragen. Als het nodig is, onderzoekt de arts of verpleegkundige ook je lichaam. Soms krijg je bijvoorbeeld een CT-scan om te kijken of de kanker en uitzaaiingen groter of kleiner zijn geworden. Zo bekijkt de arts of je behandeling werkt.  

Samen kijk je of je behandeling aangepast kan of moet worden. 

Je bespreekt met je arts of verpleegkundige hoe vaak je op controle komt.  

Als je behandeling niet meer helpt

De meeste vrouwen bij wie eierstok-kanker terug is, worden niet meer beter. Na een tijd reageren de kankercellen niet meer op de medicijnen. De kankercellen groeien dan weer verder. Je kunt dan met je arts bespreken welke behandelingen je nog kunt en wilt krijgen. 

Je beslist altijd zelf of een behandeling te zwaar voor je wordt. Misschien wil je niet meer naar het ziekenhuis. Misschien vind je andere dingen belangrijker. Misschien wil je de tijd die je nog hebt, zo fijn mogelijk maken.

Je kunt op elk moment besluiten om te stoppen met een behandeling. Het helpt om daarover te praten met de mensen om je heen. Zoals je partner, kinderen, vrienden, huisarts of arts. 

Als je niet meer beter kunt worden

Als je niet meer beter wordt, krijg je zorg om je zo prettig mogelijk te blijven voelen. Dit heet palliatieve zorg. Je kunt bijvoorbeeld behandelingen in het ziekenhuis krijgen of medicijnen tegen pijn of misselijk zijn. Maar ook andere hulp en zorg. Bijvoorbeeld thuiszorg, fysiotherapie, ergotherapie of gesprekken met een psycholoog. 
Bespreek met je arts of verpleegkundige welke zorg je nodig hebt.

Het is ook goed om te praten over wat je belangrijk vindt in de laatste fase van je leven. Je arts en de mensen om je heen weten dan wat je wensen en grenzen zijn. Dan kan rust geven. 
Misschien denk je na over euthanasie. Hier kun je met je huisarts over praten.

In de laatste maanden van je leven doet je huisarts er zoveel mogelijk aan om pijn en andere klachten minder te maken.

Meer informatie over eierstok-kanker

  • Meer informatie over eierstok-kanker: patiënten-organisatie Olijf en kanker.nl.
  • Contact met andere mensen die ook eierstok-kanker hebben: Olijf en Kanker in de familie.
  • Bij centra van IPSO kun je hulp krijgen na je behandeling van eierstok-kanker. Ook kun je praten met andere mensen die zijn behandeld voor eierstok-kanker. Op de website van IPSO vind je een centrum bij jou in de buurt.

Over deze tekst

Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor artsen over eierstok-kanker.

Lees wie de informatie van Thuisarts maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.

Vond je deze informatie nuttig?