Eierstokkanker

In het kort

Eierstokkanker is kanker in één of beide eierstokken. Een ander woord voor kanker is carcinoom. Een ander woord voor eierstokkanker is ovariumcarcinoom.

Op deze pagina lees je meer over:

  • Symptomen
  • Risicofactoren
  • Onderzoek en diagnose
  • Behandeling
  • Nazorg en controle
  • Gevolgen
  • Kanker.nl en Olijf

Cijfers over eierstokkanker

Per jaar krijgen zo’n 1.200 vrouwen de diagnose eierstokkanker. De meeste van hen zijn tussen de 55 en 80 jaar oud.

Verschillende soorten

Er zijn verschillende soorten kwaadaardige tumoren in de eierstokken. De volgende 3 soorten komen het meeste voor:

  1. 80-90% zijn epitheliale eierstokkanker of adenocarcinoom. Dit is een tumor die ontstaat in de buitenste laag cellen van de eierstok, oftewel het epitheel.
  2. 5-8 % zijn gonadale stromaceltumoren. Deze tumor ontwikkeld zich in het weefsel waarin de eicellen liggen.
  3. Een kiemceltumor ontstaat uit kiemcellen. Dit zijn de onrijpe eicellen in de eierstok. Deze vorm van eierstokkanker is heel zeldzaam en komt vooral voor bij jonge meisjes.

Onderstaande informatie gaat over epitheliale eierstokkanker (adenocarcinoom).

Symptomen

Eierstokkanker wordt bijna altijd pas ontdekt als de ziekte zich heeft uitgebreid. U kunt dan last hebben van:

  • een opgeblazen gevoel of dikke buik
  • vol gevoel en/of moeite met eten
  • misselijkheid
  • bekken- of buikpijn
  • vaker dan normaal plassen
  • verstopping van de darmen
  • vermoeidheid
  • gewichtsverlies

Deze klachten kunnen ook andere oorzaken hebben. Maar ze zijn altijd een reden om naar de huisarts te gaan.

Risicofactoren

Eierstokkanker komt vaker voor bij vrouwen die geen of weinig kinderen hebben gekregen. Ongeveer 10% van de vrouwen met eierstokkanker heeft een erfelijke aanleg voor de ziekte.

Iedere vrouw met eierstokkanker komt in aanmerking voor erfelijkheidsonderzoek.

Onderzoek en diagnose

Bij de huisarts

Bij een vermoeden van eierstokkanker krijgt u eerst een lichamelijk onderzoek van de huisarts. Daarbij hoort ook een inwendig onderzoek.

Bij de gynaecoloog

In het ziekenhuis kunt u de volgende onderzoeken krijgen:

  • lichamelijk onderzoek
  • gynaecologisch onderzoek
  • echografie met eventueel biopsie of punctie
  • bloedonderzoek

Bij het lichamelijk onderzoek voelt en klopt de arts op uw buik. Ook kan hij de lymfeklieren in de liezen of in de hals inspecteren. Soms kijkt de arts ook naar andere delen van het lichaam, bijvoorbeeld de longen of de borsten.
Het gynaecologisch onderzoek bestaat meestal uit een uitwendig en inwendig onderzoek, en een vaginale echoscopie. Bij het uitwendig onderzoek bekijkt de arts de schaamlippen en buitenkant van de vagina. Bij het inwendig onderzoek maakt de arts een uitstrijkje en voert hij een vaginaal toucher en/of een rectaal toucher uit. Met de touchers krijgt de arts een indruk van de ligging en grootte van de organen in uw onderbuik. Met een vaginale echoscopie kan de arts de eierstokken en de binnenkant van de baarmoeder beoordelen.
De echografie kan inwendig via de vagina of uitwendig via de buik. Ziet de arts afwijkingen, dan kan hij een biopsie of een punctie nemen. Bij de biopsie wordt een stukje weefsel weggenomen. Bij een punctie vocht uit de buikholte. De patholoog onderzoekt of er kankercellen in het vocht of in het stukje weefsel zitten.
Met bloedonderzoek wordt het CA 125-gehalte gemeten. Ongeveer 80% van de vrouwen met eierstokkanker heeft namelijk een verhoogd CA 125-gehalte in het bloed

Verder onderzoek
Denkt de arts dat u eierstokkanker heeft, dan is vaak verder onderzoek nodig. Dit gebeurt in 1 van de gynaecologisch-oncologische centra. Deze zijn gespecialiseerd in de behandeling van eierstokkanker.
Hier kunt u de volgende onderzoeken krijgen:

  • CT-scan
  • soms een MRI-scan

Stadium-indeling

Bij eierstokkanker zijn er 4 stadia

  • Stadium I: de tumor zit in 1 of beide eierstokken.
  • Stadium II: de tumor is doorgegroeid in andere organen in het kleine bekken:
    • Stadium II A: naar de baarmoeder of eileiders.
    • Stadium II B: naar andere weefsels in het kleine bekken.
    • Stadium II C: zoals bij stadium II A of II B, maar ook met kankercellen in het buikvocht.
  • Stadium III: er zijn uitzaaiingen in de buikholte buiten het kleine bekken.
  • Stadium IV: er zijn uitzaaiingen ergens anders in het lichaam, bijvoorbeeld in de longen.

Artsen spreken bij stadium I en II A over een vroeg stadium. En bij de andere stadia over een gevorderd stadium. Eierstokkanker wordt meestal pas in dit gevorderde stadium gevonden.
Met een operatie kan de arts definitief bepalen in welk stadium de ziekte is.

Stadiëringsoperatie

Denkt de arts na de onderzoeken dat u een vroeg stadium van eierstokkanker heeft? Dan doet hij een stadiëringsoperatie. De arts verwijdert de tumor en bekijkt of en hoever de tumor is doorgegroeid in het weefsel en organen rondom de eierstokken.
Ziet de arts geen tumor, dan verwijdert hij buikvocht en stukjes weefsel waarin kankercellen kunnen zitten (maar die niet te zien zijn). Een patholoog bekijkt onder de microscoop of er kankercellen inzitten. Na de operatie vertelt de arts of en welke verdere behandelingen nodig zijn.

Beoordelingsoperatie

Soms is het al duidelijk dat de ziekte in een uitgebreider stadium is. Met een beoordelingsoperatie kan de arts het stadium precies bepalen. Dit doet hij meestal via een kijkoperatie. Hiervoor gaat u onder narcose. Soms kan de arts meteen de tumor verwijderen. Dit gebeurt via een snee in de buik. Vaak gebeurt het verwijderen van de tumor in een tweede operatie.
Met de stadium-indeling schat de arts de vooruitzichten in en bepaalt hij de behandeling. Daarbij speelt uw lichamelijke conditie een rol.

Uitzaaiingen

Als eierstokkanker uitzaait, gebeurt dit vooral in de buikholte. Ook kan de tumor via het lymfestelsel uitzaaien naar andere organen. Uitzaaiingen via het bloed komen bij eierstokkanker heel weinig voor.

Behandeling

Is de diagnose eierstokkanker gesteld? Dan kunt u de volgende behandelingen krijgen:

  • operatie
  • chemotherapie
  • doelgerichte therapie
  • Meestal krijgt u een combinatie van deze behandelingen. Naast deze therapieën kunt u soms deelnemen aan behandelingen in onderzoeksverband (trials).Uw behandelend arts bespreekt uw dossier met een team van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen. Dit heet een multidisciplinair overleg (MDO). De specialisten maken samen een behandelplan voor u. Zij gebruiken hiervoor landelijke richtlijnen. Een behandelplan is dus maatwerk. Laat u daarom goed informeren over de behandelmogelijkheden, zodat u samen met uw behandelteam een weloverwogen besluit kunt nemen.

Operatie

De eerste behandeling bij eierstokkanker is vaak een operatie. Bij een vroeg stadium eierstokkanker is de stadiëringsoperatie bedoeld voor de diagnostiek én als eerste behandeling.
Is er sprake van een gevorderd stadium eierstokkanker, dan verwijdert de arts zo veel mogelijk tumorweefsel. Dit heet een debulking. Soms kan dit als onderdeel van de beoordelingsoperatie. Maar vaak pas als tweede operatie.
Soms krijgen vrouwen met een gevorderd stadium eierstokkanker na de beoordelingsoperatie eerst chemotherapie en dan een operatie. De operatie heet dan interval debulking.

Chemotherapie

Bij eierstokkanker in een gevorderd stadium is chemotherapie is een belangrijk onderdeel van de behandeling. Meestal krijgt u chemotherapie na de operatie (adjuvant). En soms voor de operatie (neo-adjuvant).
In een aantal ziekenhuizen wordt de chemotherapie rechtstreeks in de buikholte gegeven. Dit heet intraperitoniale chemotherapie. Chemotherapie kan de volgende bijwerkingen geven: haaruitval, misselijkheid en overgeven, darmklachten, verhoogd risico op infecties en bloedingen en vermoeidheid.
Komt de eierstokkanker terug (recidief), dan wordt u weer behandeld met chemotherapie.

Doelgerichte therapie

Doelgerichte therapie wordt bij eierstokkanker alleen gegeven als de ziekte is teruggekomen (recidief), tijdens of na chemotherapie.
Er zijn verschillende doelgerichte therapieën beschikbaar voor eierstokkanker:

  • bevacizumab: een medicijn dat de aanmaak van nieuwe bloedvaten remt
  • PARP-remmers: deze medicijnen werken alleen bij vrouwen die eierstokkanker hebben gekregen door een afwijking in het BRCA-gen

Nazorg en controle

Na de behandeling van eierstokkanker blijft u onder controle bij de specialist, de verpleegkundig specialist of de huisarts. Hij vraagt u tijdens de controle of u klachten heeft. Ook doet hij regelmatig lichamelijk en gynaecologisch onderzoek en meet hij het CA 125-gehalte.
Als de ziekte terugkomt, kunt u meestal niet meer beter worden. Meestal krijgt u dan een behandeling om de ziekte zo lang mogelijk te remmen. Dit heet een palliatieve behandeling. De palliatieve behandeling bestaat bij eierstokkanker uit chemotherapie en doelgerichte therapie.

Gevolgen

Kanker en de behandeling ervan hebben vaak een grote invloed op het dagelijks leven. Sommige gevolgen hebben met de ziekte zelf te maken. Andere met de behandeling. Ook uw leeftijd en lichamelijke conditie spelen een rol.
Gevolgen waar veel mensen met kanker mee te maken krijgen: vermoeidheid, geheugenverlies en concentratieproblemen, veranderingen in uw uiterlijk, angst voor terugkeer van de ziekte en somberheid.
Ook kan eierstokkanker de volgende specifieke gevolgen hebben:

Lymfoedeem

Zijn er tijdens de operatie lymfeklieren uit de buik en/of het bekken verwijderd of beschadigd? Dan kunt u last krijgen van lymfoedeem in de benen. Dit is een opeenhoping van lymfevocht. U heeft dan meestal een zwaar, vermoeid, strak of pijnlijk gevoel in de benen. Later krijgt u zwelling van het been. Het is belangrijk om een lymfoedeem zo vroeg mogelijk te behandelen.

Onvruchtbaarheid

Door de behandeling van eierstokkanker wordt u onvruchtbaar als:

  • de baarmoeder is verwijderd
  • beide eierstokken zijn verwijderd
  • u chemotherapie en/of bestraling heeft gehad

Heeft u een kinderwens? Bespreek dit dan voor de behandeling met uw arts. Soms kunnen uw baarmoeder en de andere, gezonde eierstok blijven zitten. Ook kunt u overwegen om eicellen te laten invriezen.

Seksualiteit

Door de ziekte en behandeling kan uw beleving van seksualiteit veranderd zijn. Het verlies van de baarmoeder en/of de eierstokken kan uw gevoel van vrouw-zijn beïnvloeden. De ene vrouw ervaart dat sterker dan de andere.Na de behandeling krijgt u meestal het advies om te wachten met geslachtsgemeenschap tot na de eerste poliklinische controle (ongeveer 6 weken). In medisch opzicht zijn er geen bezwaren tegen seksuele opwinding, masturberen of het krijgen van een orgasme (klaarkomen). Voorop staat dat u voor uzelf moet bepalen wanneer u aan vrijen toe bent en op welke wijze u dat wilt. Het is belangrijk om dit met uw partner te bespreken.Ook kunnen lichamelijke gevolgen uw seksleven beïnvloeden, zoals een tekort aan geslachtshormonen, droge vagina, minder prikkels en vermoeidheid. Bij veel vrouwen van wie de baarmoeder is verwijderd, verandert het orgasme. Bespreek deze klachten met uw arts en vraag eventueel een verwijzing naar een seksuoloog.

Stoma

Eierstokkanker kan doorgroeien naar de darmen. Daarom kan het nodig zijn om bij de operatie ook een deel van de darmen weg te nemen. Dan is een darmstoma nodig.
Een stoma is een kunstmatige uitgang van de darm in de huid. De stoma heeft geen sluitspier: de ontlasting komt terecht in een opvangzakje.
Een darmstoma kan tijdelijk of blijvend zijn. Met een tijdelijk stoma kunnen de darmen tot rust komen en zich herstellen. Een blijvend stoma is definitief. U kunt een stoma krijgen van de dikke darm, of van de dunne darm.

Vervroegde overgang

Bij de operatie van eierstokkanker worden uw eierstokken verwijderd. Hierdoor komt u vervroegd in de overgang – als u nog niet in de overgang was. Hierdoor kunt u dezelfde klachten krijgen als bij de natuurlijke overgang: botontkalking, drogere vagina, moeite met klaarkomen, nachtelijk zweten en opvliegers.
Deze klachten kunnen behandeld worden met hormoonvervangende medicijnen. Voor botontkalking (osteoporose) kunt u ook nog andere medicijnen krijgen.

Kanker.nl en Olijf

Kanker.nl

Deze voorlichtingsinformatie is – mede door Olijf geschreven – afkomstig van www.kanker.nl. Deze website is een initiatief van KWF Kankerbestrijding, Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten (NFK). Op kanker.nl leest u uitgebreide informatie over eierstokkanker.

Lees ook de ervaringsverhalen over eierstokkanker (zie navigatie linkerzijde). In de online discussiegroepen en blogs op kanker.nl kunt u lotgenoten ontmoeten, vragen stellen en kennis en ervaringen vinden of delen. Voor eierstokkanker kan dat hier: https://www.kanker.nl/discussiegroepen/12-gynaecologische-kanker/onderwerp/183. Vrijwilligers die ook bij Olijf actief zijn, en andere (ex-)patiënten helpen u daar verder. Op kanker.nl vind u ook blogs van deelnemers, meer dan 40 van hen schrijven over hun ervaringen met eierstokkanker en kunt u vragen stellen aan het team Gynaecologische Oncologie van het Maastricht UMC+ o.l.v. prof. dr. Roy Kruitwagen.

Olijf

Olijf is het netwerk voor vrouwen met gynaecologische kanker. Zij brengt vrouwen met elkaar in contact om hun ervaringen en kennis te delen; zorgt voor belangenbehartiging bij het verbeteren van kwaliteit van zorg en leven; en verzamelt en geeft informatie. Zie daarvoor www.olijf.nl.

Vond je deze informatie nuttig?