Is de diagnose schaamlipkanker gesteld? Dan kunt u de volgende behandelingen krijgen:
- operatie
- bestraling
- chemotherapie
- chemoradiatie
Nederland heeft een aantal erkende gynaecologisch-oncologische centra waar u terecht kunt voor de behandeling van schaamlipkanker. Uw behandelend arts bespreekt uw dossier met een team van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen. Dit heet een multidisciplinair overleg (MDO). De specialisten maken samen een behandelplan voor u. Zij gebruiken hiervoor landelijke richtlijnen. Soms krijgt u een combinatie van bovengenoemde behandelingen. Een behandelplan is dus maatwerk. Laat u daarom goed informeren over de behandelmogelijkheden, zodat u samen met uw behandelteam een weloverwogen besluit kunt nemen.
Naast deze therapieën kunt u soms deelnemen aan behandelingen in onderzoekverband (trials).
Operatie
De eerste behandeling bij schaamlipkanker is vaak een operatie. Het doel van de operatie is om genezing te bereiken.
De gynaecoloog verwijdert de tumor op de vulva ruim. Hiervoor is het soms nodig om (delen van) de schaamlippen en/of de clitoris en/of een deel van de plasbuis te verwijderen.
Soms wordt een stuk weefsel van de bil op de plek van de verwijderde schaamlippen geplaatst voor betere wondgenezing of een beter cosmetisch resultaat.
Vaak zal de arts ook de lymfeklieren in de liezen verwijderen. Schaamlipkanker zaait namelijk vaak als eerste naar de liezen uit. Een deel van de patiënten komt in aanmerking voor een schildwachtklierprocedure waarmee de lymfeklieren extra onderzocht worden op mogelijke uitzaaiingen. De schildwachtklier is de eerste lymfeklier in de liezen waarin uitzaaiingen vanaf de schaamlippen terecht kunnen komen.
Een patholoog onderzoekt of er kankercellen zitten in het weggenomen weefsel. Als dat het geval is, is meestal een tweede operatie nodig. Wanneer de schilwachtklier een uitzaaiing laat zien, betekent dit dat alsnog alle lymfeklieren uit de liezen worden verwijderd. Wanneer de schildwachtklier geen uitzaaiingen laat zien, is het niet nodig alle lymfeklieren uit de liezen te verwijderen.
Bestraling
Bestraling wordt bij schaamlipkanker toegepast als genezende behandeling of palliatief. Een palliatieve behandeling is bedoeld om de ziekte te remmen en/of klachten te verminderen.
Als de schaamliptumor is ingegroeid in de anus of plasbuis, zou een hele uitgebreide operatie nodig zijn om de tumor volledig te kunnen verwijderen. Een alternatief is dan bestraling. Ook kunt u bestraling voorafgaand aan de operatie krijgen. Het doel is om de tumor te verkleinen, zodat de operatie minder ingrijpend hoeft te zijn. Bestraling kan ook na de operatie worden gegeven, om de kans op terugkeren van de ziekte te verkleinen.
Hoe vaak u bestraling krijgt en welk gebied precies wordt bestraald, verschilt per persoon en hangt onder meer af van de uitslagen van het weefselonderzoek.
Bestraling bij schaamlipkanker kan de volgende bijwerkingen geven: huidklachten van de schaamlippen, liezen en bilnaad, diarree, blaasontsteking en vermoeidheid.
Bestraling kan worden gecombineerd met chemotherapie om het effect van de bestraling te versterken, dit heet chemoradiatie.
Chemotherapie en chemoradiatie
Als u chemotherapie zonder bestraling krijgt, is dat een palliatieve behandeling. Een palliatieve behandeling is bedoeld om de ziekte te remmen en/of klachten te verminderen.
Chemotherapie kan de volgende bijwerkingen geven: haaruitval, misselijkheid en overgeven, darmklachten, verhoogd risico op infecties en bloedingen en vermoeidheid.
Vaak krijgt u bij schaamlipkanker chemotherapie in combinatie met bestraling. De chemotherapie versterkt het effect van de bestraling. Dit heet chemoradiatie. Deze behandeling is in opzet genezend.
Doordat u bij chemoradiatie 2 behandelingen tegelijk krijgt, kunnen de bijwerkingen heviger zijn.