Inwendig onderzoek (voelen naar ontsluiting) tijdens de bevalling

Je hebt weeën, maar de ontsluiting gaat niet verder.
Dan word je moe, terwijl de bevalling niet goed doorgaat.
De kans op een keizersnede of op veel bloedverlies na de bevalling wordt dan groter.
Met een medicijn dat de weeën sterker maakt (oxytocine), kan de bevalling toch goed doorgaan. Zo is de kans op een keizersnede of veel bloedverlies kleiner.

Soms ligt de baby met het gezichtje omhoog. Dit heet een sterrenkijker.
Dan krijg je soms al persdrang (het gevoel dat je moet persen), terwijl de baarmoedermond nog niet helemaal open is. Ook is de baby dan nog niet goed genoeg gezakt (ingedaald).
Als je dan al gaat persen, is de kans op een keizersnede groter.
Beter is het om de weeën eerst weg te zuchten en soms pijnstilling te geven.
Zo kan de ontsluiting verder gaan en zakt de baby beter in.
Dan is de kans op een vaginale bevalling groter. Daarom is het belangrijk dat naar de ontsluiting wordt gevoeld voordat je begint met persen.

Als je om medische redenen in het ziekenhuis bevalt, is er iets meer risico.
Daarom is het belangrijk om, zodra de bevalling echt begonnen is, ongeveer elke 2 uur een inwendig onderzoek te doen.
Zo kan de ziekenhuisverloskundige of arts zien of de bevalling goed verloopt en of er iets nodig is om je te helpen.
Dit helpt om de kans op een normale bevalling en een gezonde baby zo groot mogelijk te maken.