De pijnklachten aan de vulva bij vulvodynie worden vaak omschreven als irriterend, brandend, maar ook als schraal, jeukend, drukkend, scherp, stekend en/of prikkend.
De belangrijkste klacht is dat het vrijen pijn doet: als de penis de vagina binnengaat, doet dit pijn aan de vulva. Soms is het toelaten van de penis helemaal niet (meer) mogelijk omdat het te pijnlijk is. Sommige vrouwen geven aan dat als penetratie ondanks de pijn toch wordt doorgezet, de pijn soms tijdens het vrijen wat afneemt, maar erna (weer) voelbaar wordt, zogeheten napijn. Ondanks pijn bij gemeenschap gaan vrouwen met vulvodynie er soms toch mee door totdat het uiteindelijk echt niet meer kan, omdat:
- de huid van de vulva overgevoelig is geworden
- de bekkenbodemspieren overmatig aangespannen zijn
- de zin en opwinding afgenomen zijn. De voortdurende gedachte om pijn te vermijden, maakt dat de vrouw zich minder makkelijk ontspant en zich minder makkelijk kan overgeven aan seksuele prikkels. Uit angst de partner (weer) te moeten teleurstellen, vermijden vrouwen met vulvodynie op den duur soms elke vorm van aanraken, zoals knuffelen, zoenen, of samen bloot zijn